VoetbalJournaal Voorne Putten, mei 2018
VOORNE-PUTTEN 23 Als winnen het doel is WWW.MOREFOOTBALLS.COM Teamkleding met de perfecte pasvorm. “Hoe klein we ook zijn, we blijven onszelf prikkelen”, zegt Johan Belder, jeugdvoorzitter van SV Simonshaven. Volgens hem is het bescheiden aantal jeugdteams geen reden om niet aan talentontwikkeling te doen. “Uiteindelijk is het ons doel om spelers voor het eerste elftal op te leiden.” In het hedendaag- se voetballand- schap van grote clubs valt nog meer dan vroeger de kleinschaligheid van Simonshaven op. “Juist die kleinschaligheid verplicht ons creatief te zijn en in beweging te blijven”, stelt Belder (54). Om het bescheiden aantal jeugdteams – dit seizoen neemt de club met zes teams deel aan de competitie – in de benen te houden, hebben hij en zijn jeugd- commissie vooral vindingrijk- heid en doorzettingsvermogen nodig. “De spelertjes komen ons niet aanwaaien”, weet hij. “Van- namens de jeugd. Het zegt wel iets over Simonshaven dat bij- na bestuursleden er nog steeds zitten.” Zoon Yoran, inmiddels 26, maakt ook deel uit van de jeugdcom- missie. “Dat vind ik wel erg leuk”, bekent Belder. “Dat geeft het een extra dimensie. Yoran is trainer van de JO15. Hij speelt in het eerste elftal, maar is nu her- stellende van een knieblessure.” Hij kent bij Simonshaven alle jeugdspelertjes bij naam. “Het is wel overzichtelijk”, lacht hij. “Dat is natuurlijk de charme van de club. Alle elftallen trainen op dinsdag en donderdag. Iedereen kent elkaar. Iedereen, of je nu speler bent in het eerste of in de JO9, wordt ook op dezelfde ma- nier behandeld.” “Ons tweede veld ligt vijf minu- ten lopen van de kleedkamers. Wie daar speelt rouleert.” Ondanks het bescheiden aantal teams probeert Simonshaven een goed en gedegen beleid te voeren. “We proberen teams wel zo veel mogelijk bij elkaar te hou- den. We hebben nu bijvoorbeeld twee elftallen onder de 15. Het daar dat we veel moeten doen om onze naamsbekendheid te vergroten. Eenmaal binnen blij- ven ze wel, maar onze grootste opgave is om nieuwe spelertjes te krijgen.” Belder is al ruim vijftien jaar de stuwende kracht van de jeugdafdeling. “Toen mijn zoon Yoran ging voetballen ben ik er vanzelf ingerold”, zegt hij. “Ik heb zelf gevoetbald bij Meeu- wenplaat, maar we woonden dichter bij Simonshaven. Ik ben eerst leider geworden, vervol- gens trainer. Toen het huidige bestuur zestien jaar geleden aantrad, ben ik daar ingegaan tweede team is de JO13 van vo- rig seizoen.” “Je ontkomt niet aan de niveau- verschillen binnen een team. Dat heb je nou eenmaal.” “We zijn de laatste jaren wel be- zig om het niveau van de trai- ningen hoger te maken. Trainers hebben diploma’s gehaald en daardoor hebben we op dat ge- bied inderdaad stappen gezet. Marcel Wuurman ondersteunt de trainers en let erop dat er min of meer hetzelfde wordt getraind. Voorheen speelden onze teams altijd op een niveau tussen de vierde en achtste klasse, nu pro- beren we ze in de richting van derde, vierde klasse te krijgen.” “Dat is een uitdaging die we ons- zelf hebben opgelegd. Het is ze- ker geen must, maar ik vind wel dat je jezelf, binnen de mogelijk- heden die je hebt, zo veel moge- lijk moet prikkelen.” “Onze grootste kracht zit ‘m in de extra’s die we buiten het voetbal doen. Elk jaar een pupil- lenkamp en een jeugdkamp. Tij- dens Pasen hadden we toernooi voor de JO9 en JO11 met aanslui- tend een barbecue.” Simonshaven blijft zichzelf prikkelen in de jeugd Een veld als een biljartlaken, met altijd gras op lengte. VV Vierpolders heeft het, nu de club sinds kort de hulp heeft gekregen van twee aangeschafte robotmaaiers. “Een mooier veld, lagere onderhoudskosten en we doen ook nog eens aan duurzaamheid”, kan penningmees- ter Martien van der Valk zijn geluk niet op. Twee volledig au- tomatische ro- botmaaiers doen de gehele week hun werk. Secuur en nauwkeu- rig ‘knippen’ ze het gras van de twee velden en trainingsveld bij. Geen plekje slaan ze over. “Dag en nacht rijden ze hier, onver- moeibaar, rond”, vertelt Van der Valk. “Ze zoeken hun eigen weg”, vult Martin Korpershoek van Steenbergen Mechanisatie, dat Vierpolders de robotmaaiers le- verde, aan. “Alleen als er gevoet- bald en getraind wordt, mogen ze uitrusten.” Het lange gras, Van der Valk kent geen ledenvergadering de afgelopen jaren waar het niet ter sprake kwam. “Altijd klach- ten, maar ja, het was handma- tig werk. In de groeitijd kwamen ze het vrijdag maaien en zon- dag was het weer zo’n stuk ge- groeid”, laat hij met wijsvinger en duim zien. Vierpolders is zelf verantwoor- delijk voor het onderhoud op het complex. “We krijgen een bedrag van de gemeente, maar dat al- leen is niet toereikend. We moe- ten daarom slim zijn met onze centjes.” Voor het veldonderhoud nam de club jarenlang een hovenier in de de mollengangetjes kan komen. Ja, dat kan hij heel goed.” Van der Valk, grappend: “Hij heeft een cursus ‘Wie is de Mol’ gedaan.” Het terrein van Vierpolders blijkt een nogal geliefd mollenterrein te zijn. Onlangs telde Krowinkel elf molshopen. “Blijkbaar heb- ben we goede velden, anders ko- men die mollen niet.” Van der Valk: “Mollen vangen, dat doen die robotmaaiers niet. Nog niet, maar wie weet wat ze over 25 jaar kunnen.” liger André Krowinkel. “Voor de rest hebben we geen plannen”, stelt Van der Valk de aanwezigen ‘gerust’. “Het ver- dere onderhoud blijft vooral mensenwerk.” Zoals het op- hangen van reclameborden, het repareren van schade aan de doelen, het krijten van de lijnen op het veld én het vangen van de plaatselijke mollen. Dat laatste, zo benadrukt Kro- winkel, blijft het terrein van Daan Westdijk. “Daan heeft zo’n spe- ciaal stangetje, waarmee hij in arm. “Hoe goed de hovenier zijn werk ook deed, het haalde het niet bij deze robotmaaiers.” De aanschaf van de robots past volgens Van der Valk in het toe- komstbestendig maken van het sportpark. “Er is de laatste tijd al het nodige gebeurd. We heb- ben op het tweede veld, met fi- nanciële hulp van de gemeente, hekwerk en nieuwe lichtmasten geplaatst. Daardoor kunnen we ook in de avonduren wedstrij- den spelen. We hebben twee extra kleedkamers bijgebouwd en zonnepanelen op het dak ge- kregen. Die zorgen voor 24.000 kilowatt aan energie.” Ook over de aanschaf van de robotmaaiers is bij Vierpolders goed nagedacht. De investering van ongeveer vijfentwintig dui- zend euro is hetmeer danwaard, volgens Van der Valk. “Ik heb uit- gerekend dat we ongeveer een derde van de kosten besparen. Ik ga dan uit van een afschrijving van vijf jaar. Jaarlijks waren we steeds meer geld kwijt aan het maaien door een hovenier.” De onderhoudsploeg, die zo’n beetje elke dag wel te vinden is op het sportpark, is inmiddels al gewend aan de snorrende maai- ers. “We krijgen een beter veld, dus ik ben blij”, reageert vrijwil- Vierpolders heeft ‘biljartlaken’ dankzij robots Wat zijn we? Wat willen we en waar willen we heen? Die drie vragen stonden centraal tijdens een verenigingsbrede discussie over de toekomst van Rockanje. De eigenheid is Rockanje veel waard, maar de club doet dat ook met de blik naar buiten. “Niet- Rockanjenaars zijn van harte welkom, mits ze passen bij het karakter van de club”, aldus John de Vries, voorzitter technische zaken. De Vries nam samen met oud-eerste elf- tal-speler Stefan de Ruiter het voortouw voor wat een toekomstvisie ge- noemd zou kunnen worden. “We wilden verder kijken dan de gebruikte korte termijn”, vertelt De Vries over de reden. “En dat hebben we gedaan met een grote groep om zodoende een breed draagvlak te creëren.” Ook Rockanje is als voetbalver- eniging veranderd. De gezellig- heid van de typische dorpsclub is er nog steeds, maar is wel onder druk komen te staan, zeggen De Vries en De Ruiter. “Het is niet vanzelfsprekend dat een speler van het eerste na afloop van training of wed- strijd een drankje in de kantine komt doen”, geeft De Ruiter, goed voor ruim vierhonderd wedstrijden in Rockanje 1, als bijvoorbeeld. “Spelers zijn ook veel minder honkvast dan vroeger”, voegt De Vries toe. “Dat maakt het ook lastig om tot meer saam- horigheid te komen. Daarnaast is er de tendens dat er veel min- der spelers zijn die in een se- lectie willen spelen. Tegen dat soort problemen lopen wij, net als veel andere clubs, aan.” Volgens De Vries (42) en De Rui- ter (34) washet daaromgoedom het ‘hart van de club’ zich uit te laten spreken over de toekomst. “Wij kunnen met zijn tweeën wel iets vinden, maar het werkt pas echt als er een visie ligt die ver- enigingsbreed gedragen wordt”, benadrukt De Vries. De harde kern van Rockanje vindt het belangrijk dat de eigen identiteit wordt beschermd. Dat doet de club het liefst met eigen jeugd. “Maar er kwam ook uit dat we een open club wilde zijn, die zo hoog mogelijk wil spelen en waar iedereen van harte welkom moet zijn, onder de voorwaarde dat een nieuw lid bij het karakter van Rockanje past en zo snel mogelijk pro- beert te integreren.” Integreren? De Vries: “Ik weet het, dat is een eng woord. Daar moet je niet te veel achter zoeken, maar de boodschap die we als ‘hart’ meegeven is dat we van iedereen betrok- kenheid willen. Dat hoeft niet per se als trainer van een jeug- deftal of zo, maar het gaat meer over de manier hoe je je opstelt en dat je als nieuwko- mer moeite doet om de men- sen van de club leert kennen.” “Stel je open en dan kom je er achter dat Rockanje heel leuk is”, aldus De Ruiter, die opgroeide in Rockanje maar na zijn verhuizing naar Rot- terdam zijn club altijd trouw bleef. “Jarenlang heb ik met vier, vijf andere jongens van Rotterdam naar Rockanje ge- carpoold.” “Ik denk dat wij jongens, die bij hun club niet voor het eerste team in aanmerking komen, heel veel te bieden hebben”, vult De Vries aan. “Bij ons kun- nen ze rijpen in een eerste team, met goede faciliteiten en een stuk gezelligheid. Maar de basis voor ons blijft onze ei- gen jeugd.” “Bestaat het eerste éénderde uit jongens uit de regio, dan is dat ook goed. Maar we ver- wachten wel dat je als speler deel wil uitmaken van de ver- eniging. Doe je dat, dan weet ik zeker dat je heel snel in de ar- men wordt gesloten door onze aanhang.” ‘Eigenheid’ is Rockanje veel waard
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=