VoetbalJournaal Roosendaal, april 2018
ROOSENDAAL 11 Als winnen het doel is WWW.MOREFOOTBALLS.COM Teamkleding met de perfecte pasvorm. BSC viert feest in 2018: de club bestaat 90 jaar en pakt uit met verschillende feestelijke evenementen. De blik is bij de Roosendaalse voetbalvereniging echter ook al op de toe- komst gericht, met een fris en jong bestuur. De voorzitter van dat frisse bestuur is Ad van Tilburg. Hij is al 25 jaar lid van de club en een echte BSC’er. “Ik voel me hier thuis, het is altijd kenbaar eerste team. We zullen geen paniekvoetbal spelen, we laten de jeugd ervaring opbou- wen en op die manier beter wor- den. Het doel is natuurlijk wel om te promoveren, BSC hoort niet thuis in de vierde klasse.” Van Tilburg ziet nu al dat de jeugd wat toevoegt aan het eer- ste elftal. “We hebben een stuk of zeven spelers in het eerste staan die eigenlijk nog in de A- of zelfs B-jeugd horen te spelen. Zij doen op deze manier wel er- varing op, maar we willen hen het liefst eerst nog even laten rijpen in een beloftenteam. We zijn hard bezigmet de oprichting van dat team.” Het was niet per se Van Tilburgs doel om voorzitter te worden van BSC, toch zit hij nu op die stoel. De positie was al enige tijd waarden bijbrengen. Daarom koppelt de club zijn naam aan de Nederlandse stichting KiKa. “We hebben een jubileumshirt voor het eerste, waar we geen shirtsponsor op hebben staan maar alleen ons embleem en het logo van KiKa. We willen echter meer doen dan dat, gaan daar- om ook samenwerken met het evenement CycleSensation. Daarbij wordt gedurende 12 uur in de St. Jan gefietst tegen kan- ker, met als doel zo veel mogelijk geld op te halen. Wij fietsen let- terlijk mee met een al bestaan- de activiteit en laten aan onze kinderen zien dat het niet voor iedereen vanzelfsprekend is om te kunnen voetballen.” Al deze plannen hebben maar één doel: “Als 100-jarige nog steeds een gezonde vereniging zijn.” club wisselen, heeft Van Tilburg daar überhaupt nooit over na- gedacht. “Bijna niemand van de jongens met wie ik heb gespeeld overigens. Het gevoel dat wij bij BSC hebben, hebben we niet bij andere clubs.” Hij merkt echter dat de jeugd te- genwoordig een andere menta- liteit heeft en vond het daarom tijd voor een frisse wind binnen de groen-witte vereniging. Met een vernieuwd bestuur zet BSC vol in op de toekomst. “Het is tegenwoordig niet meer zo dat kinderen standaard naar jouw club komen, ze hebben zo- veel sporten en verenigingen om uit te kiezen, dat je echt je hoofd boven het maaiveld uit moet steken. Wij gaan dat on- der meer doen door de jongste jeugd geen contributie te laten betalen, op die manier hopen we op meer aanwas van onderuit. Vervolgens willen we ze behou- den door een professionele op- leiding te bieden. Nu vertrekken veel spelers nog naar RBC, waar de jeugdopleiding heel goed is. Wij willen ook naar dat niveau toe. Dat doen we onder meer door alle selectieteams te ver- enigen in een soccer academy, waarin we één lijn en structuur hebben. Dat is sowieso het doel van de vereniging: één struc- tuur, geen groepjes meer.” De club wil een gecertificeerde jeugdopleiding van de KNVB worden. Spelers van buitenaf aantrek- ken zal BSC echter nooit actief doen. “Wij willen geen vreem- delingenlegioen, maar een her- vacant en de Roosendaler wil- de zeker weten dat er een jong gezicht leidinggevende bij BSC zou worden. “Een frisse wind die de nieuwe plannen door kan voeren, voor vernieuwingen kan zorgen.” Dat was echt no- dig. “BSC raakte in de afgelopen jaren zijn identiteit een beetje kwijt. Dat kwam door allerlei verschillende groepjes die uit- eenlopende plannen maakten, maar dat niet met elkaar over- legden. Die plannen botsten op den duur en dat zorgde dan weer voor frustraties. Wij trek- ken nu één lijn die voor iedereen duidelijk is.” Van Tilburg hoopt daarmee het familiaire gevoel dat hij zelf heeft bij BSC, terug te brengen naar alle ruim zeven- honderd leden. Daarnaast wil het bestuur de jeugd ook de nodige normen en gemoedelijk en gezellig bij BSC. Ik vind dat BSC de beste club van Roosendaal moet zijn en heb er veel tijd voor over om dat te bewerkstelligen.” Waar spelers tegenwoordig klakkeloos van 90 jaar en ambitieus: ‘BSC moet de beste van Roosendaal zijn’ Gijs Bogers haalt met zijn voetbalschool TIC (Techniek, Inzicht en Coördinatie) het talent in iedere voetballer naar boven. Door middel van persoonlijke begeleiding, analyses en herhalingen zetten zijn spelers grote stappen. Waar voetballers bij hun clubs op de trainingen vaak niet meer doen dan afwerken, een positiespel en een partijtje spelen, gaat Bogers verder. Hij legt de nadruk op zaken als loopcoördinatie, motoriek en techniek. Na een jaar werpt die aanpak zijn vruchten af: hij heeft inmiddels al 36 leer- lingen, die allemaal stappen zetten. Of het nou een jeugd- speler is van PSV of iemand die in een lager elftal bij een amateurclub speelt: bij Voet- balschool TIC ontwikkelt ie- dereen zich. Bogers, die diverse sport-, beweging- en trainersdiplo- ma’s heeft, geeft trainingen in groepsverbanden en individu- eel. Een leerling van het eerste uur is de 7-jarige Deejay, die op het veld bij RKVV Roosendaal speelt. Hij krijgt één keer in de week een uurtje privétraining van Bogers en doet daarnaast op zondagochtend mee aan de groepsles. Hij is het bewijs van Bogers’ goede werk. “Ik vind het heel leuk, leer hier veel meer dan bij mijn club. Ik merk dat mijn loopcoördinatie en tech- niek echt verbeterd zijn. Ik wilde ‘Bij Voetbalschool TIC word ik echt een betere voetballer’ graag beter worden en dat lukt hier.” Zijn vader knikt instem- mend. “Hij kan tegenwoordig zowel met zijn links als met zijn rechts spelen, terwijl hij vroeger stijfrechts was. Ook zijn tech- niek en snelheid zijn verbeterd en hij heeft meer zelfvertrou- wen gekregen.” Bogers hoort het tevreden aan. “Door heel veel te herhalen mer- ken de spelers dat ze steeds be- ter worden in dezelfde oefenin- gen, ze zien echt de progressie. Daar krijgen zeweer vertrouwen van. Vervolgens merken ze ook bij hun clubs dat ze beter worden en echt vooruitgang boeken ten opzichte van hun teamgenoten, die deze extra trainingen niet hebben.” De trainer geeft zijn spelers na elke acht trainingen een rap- port, waarin staat wat goed gaat en wat nog beter kan. Na iedere oefensessie zet Bogers dat voor zichzelf op een rij, zo- dat hij per speler een heldere analyse heeft van wat beter gaat en waar de verbeterpun- ten zitten. Deejays rapporten zijn over het algemeen vrij goed. “Net als op school”, vertelt hij lachend, voor hij weer vol ple- zier een uur met Bogers aan de bak gaat op een van de ind- oor soccerveldjes.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=