VoetbalJournaal Westland, najaar 2019

Als winnen het doel is WWW.MOREFOOTBALLS.COM 9 Tijdens de beker- derby met Quintus, met 5-2 gewonnen door Lyra, staat Jansen (64) een paar keer op van- uit zijn stoel om spelers individu- eel aanwijzingen te geven. En ook tijdens de drinkpauze in de eerste helft gaat hij even kort het gesprek aan met vooral de jongelingen in de ploeg. “Mij zal je aan de zijlijn niet zien schreeuwen”, reageert Jan- sen. “Ik heb sowieso een hekel aan trainers die schreeuwen. Dat is al- leen maar storend voor spelers.” Als assistent-trainer is hij inmiddels gepokt en gemazeld en weet hij precies wat hij wel en niet kan doen. Na zijn actieve carrière, die vooral bij SV Voorburg een hoogtepunt was (‘we promoveerden van de vierde naar de eerste klasse’), werd hij jeugdtrainer bij Vitesse Delft om contact en nauw ook”, zegt hij over de samenwerkingmet hoofdtrainer Pim van Hoorn en Stefan van der Steen, de trainer van Lyra 2. Hij voelde nimmer de drang om er- gens hoofdtrainer te worden. “Mijn werksituatie maakte het ook on- mogelijk”, geeft hij aan. Jarenlang was hij directeur/eigenaar van een drukkerij. “Als hoofdtrainer moet je een halve manager zijn. De tijd, die dat kost, had ik niet. Het is me tig keer gevraagd waarom ik geen hoofdtrainer wilde worden. Het ant- woord daarop is eenvoudig: ik heb het altijd prima naar mijn zin gehad als assistent. Ik heb met uitsteken- de trainers samengewerkt. John Karelse, Bert de Best, Wim Schaap, om er een paar te noemen.” Eén periode zat hij als interim-trainer op de bank. “Wim Schaap was bij SVC’08 vertrokken vanwege per- vervolgens te beginnen aan een lange loopbaan als assistent-trai- ner. Hij diende VUC, DWO, DUNO, Nootdorp, HVC’10 en SVC’08. “Ik hoop dat ik geen club vergeten ben, want ik heb overal met enorm veel plezier gewerkt.” Overal ook werkte hij minimaal twee seizoenen. “Twee of drie sei- zoenen. Dat is meestal de houd- baarheidsdatum van een trainer of assistent-trainer.” Als dat zo is, dan moet Lyra na dit seizoen op zoek naar een nieuwe assistent, want inmiddels heeft de 64-jarige inwo- ner van Delft er twee seizoenen opzitten op sportpark De Zweth. Jansen ziet zichzelf echter nog wel breken met zijn eigen ‘traditie’. “Ik kan me heel goed voorstellen dat ik nog een seizoen blijf. Als techni- sche staf kunnen we het prima met elkaar vinden. We hebben dagelijks Johan Voskamp: De sluwe vos is weer los Na ruim een jaar stilstand maakte Johan Voskamp zijn rentree als voetballer. Bij zijn eerste club Lyra hoopt de oud-prof van Excelsior, RKC Waalwijk, Sparta, Helmond Sport en het Poolse Slask Wroclaw zijn oude professie op te pakken: doelpunten maken. Hij moet er zelf ook om lachen: de bijnamen die hij tij- dens zijn loopbaan in het betaalde voetbal kreeg. De Stier van De Lier is de meest in het oog springende. “Blijkbaar heb ik die gekregen in de Jupiler League. Als topscorer kreeg je een Gou- den Stier. Veel toepasselijker kan het niet nu ik voor Lyra speel, zou je kunnen zeggen. Al vind ik me in het veld meer een sluwe vos dan een dolle stier. Ik ben altijd de man geweest die een neusje had voor de goal en was allesbehalve een Engelse spits die door muren gaat en iedereen omver beukt.” Voskamp zit al een tijdje in een fase dat hij aan het uitzoeken is wat hij na zijn actieve voetballeven wil gaan doen. Hij traint bij Lyra de jongste jeugd twee middagen in de week en bestiert daarnaast een voetbalschool. Hij ontdekte op die manier dat hij werken met kinde- ren leuk vond. “Vandaar dat ik nu een éénjarige opleiding volg voor gespecialiseerd pedagogisch me- dewerker. Daarnaast werk ik twin- tig uur in de week bij een kinderop- vangorganisatie.” In dat nieuwe leven is ook plaats voor Lyra, de club waar hij begon en tot zijn zestiende, voordat hij naar Westlandia vertrok, speelde. “De verplichtingen bij Lyra zijn te over- zien. Twee trainingen in de week en lopende band.” Voskamp schreef eerste divisie-geschiedenis door tegen Almere City acht keer te sco- ren (12-1). Sparta-trainer Jan Everse haalde hem een kwartier voor tijd naar de kant. “Op dat moment vond ik het een logische wissel, omdat het pas mijn eerste wedstrijd voor Sparta was en maar één keer had getraind. Achteraf denk je wel: ik had het record van Henk Schouten met negen goals kunnen verbete- ren.” Als topscorer van de eerste di- visie verdiende hij wel een transfer naar Slask Wroclaw. In zijn eerste seizoen had hij een belangrijk aan- deel in de landstitel van de Poolse club. “Dat feest vergeet je nooit meer, met tienduizenden mensen in de stad.” In het tweede seizoen verdween Voskamp echter uit de basis. “De eerste zes wedstrijden speelde ik nog wel. Dat ging best goed, maar ik scoorde niet. Dan weet je, met twee trappelende spitsen achter je, dat de trainer andere keuzes gaat ma- ken. Ik kwameerst op de bank, daar- na zelfs op de tribune. Dat had voor mij geen zin, dan is Polen net niet mooi genoeg.” Hij heeft geen idee wat hij van de derde klasse kan ver- wachten. “Het is voor mij een open boek. Het is de bedoeling dat we met Lyra hogerop gaan, maar hoe onze kansen liggen vind ik moeilijk in te schatten.” In de beker was hij in drie wedstrijden goed voor zes goals. “Scoren verleer je niet.” een wedstrijd op zaterdag. De druk van het moeten presteren voel ik niet meer.” Hij is blij dat hij weer is hersteld van een vervelende blessure die hem verhinderde in actie te komen voor Westlandia. “Ik heb het de tijd gege- ven en dat is verstandig geweest”, zegt hij over zijn ontsteking bij zijn hiel. “Ik heb vorig seizoen twee weken meegedaan in de voorbe- reiding. De pijn was niet te verdra- gen. Ik heb gezegd: ik geef die hiel nu rust en wie weet gaat het straks dan weer kriebelen.” Bij Lyra komt hij een hoop oude bekenden tegen van zijn jeugdja- ren. De eerste competitiewedstrijd tegen Duindorp was zijn debuut in Lyra 1. Mét de aanvoerdersband om de arm. “Ik ben één van de ou- dere spelers en dan moet ik niet weglopen voor mijn verantwoor- delijkheid. Ik heb natuurlijk wel het één en ander meegemaakt.” Hij kijkt met een meer dan voldaan gevoel terug op zijn betaald voet- bal-carrière. “Ik was pas twintig toen ik bij Excelsior terecht kwam. Ik heb meer dan honderdveertig keer gescoord, promoties en kam- pioenschappen meegemaakt. De- gradatie ook, want dat hoort er ook bij. Overal waar ik heb gespeeld heb ik het redelijk tot goed gedaan.” De twee jaar dat bij Helmond Sport en Sparta speelde, wijst hij aan als zijn beste periode. “Ik scoorde aan de soonlijke redenen. Ik heb Wim nog gevraagd wat ik moest doen. Hij gaf aan dat het zijn probleem was en dat ik lekker moest doorgaan.” Zijn tijdelijke job in Scheveningen verleidde Jansen niet tot meer. “In de functie van assistent ben ik veel meer met de inhoudelijke kant van voetbal bezig. Dat spreekt me aan.” Ja, hij zet pionnen neer, maar hij denkt ookmeemet de hoofdtrainer. “Ik ben het klankbord van hem. Pim heeft ideeën, ik de mijne. Die be- spreken we samen en de uitkomst daarvan communiceert Pim met de groep. Dat vind ik heel belang- rijk, dat je met één mond praat als technische staf. Als assistent moet je je plaats kennen. De hoofdtrainer neemt altijd de eindbeslissing. Een gevaar voor de hoofdtrainer ben ik niet, het heeft voor mij geen nut om aan zijn stoelpoten te zagen.” Chris Jansen schikt zich al jaren in de bijrol. Als assistent van hoofdtrainer Pim van Hoorn is hij bij Lyra bezig aan zijn zoveelste klus. “Hoofdtrainers hoeven niet te vrezen dat ik uit ben op hun baan.” Chris Jansen blijft van stoelpoten af 0223291.pdf 1 22-1-2019 9:23:14

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=