VoetbalJournaal Lek en IJssel, oktober 2018

19 Puur. Voetbal. Als winnen het doel is WWW.MOREFOOTBALLS.COM René Eyra en SPV’81 hebben elkaar in het hart gesloten. Twaalf jaar geleden maakte de Rotterdammer als speler zijn opwachting, dit seizoen heeft hij als trainer de Polsbroekse vrouwen en het hoogste jeugdelftal, de JO19, onder zijn hoede. SVS weet zich komend seizoen verzekerd van vier – in de tweede competitiehelft zelfs vijf – extra supporters, want nieuwkomer Raymond Lingen wordt bij iedere wedstrijd die hij speelt gesteund door zijn vader, moeder, zus en vrouw. Hij heeft opties genoeg om dich- terbij huis aan de slag te gaan als trainer, maar toen ‘zijn’ SPV twee seizoenen geleden aan de telefoon hing met de vraag of hij de JO15 en JO19 wilde gaan trainen, waren al die andere clubs in één klap kans- loos. “Ik ben echt verliefd gewor- den op deze club”, verklapt Eyra (50), die als speler in het kielzog van toenmalig trainer Kenneth Nelstein naar de Pols- broekse club trok. Hij herinnert zich zijn eerste heenreis naar SPV nog goed. “Kenneth reed en ik zat op de passagiersstoel en keek mijn ogen uit. Ik dacht: waar gaan we in hemelsnaam heen.” Hij kwam in een heel andere wereld terecht. “In Rotterdam is er altijd veel gezeur en ge- doe bij de clubs en dan SPV: in één woord hartverwarmend. Warme club, warme mensen.” Eyra voelde zich vanaf het eer- ste moment welkom. “Ik werd hartelijk ontvangen en meteen in de club opgenomen. Ik werd absoluut niet gezien als een buitenstaander.” “Het mooie vind ik de beleving van de mensen hier. Ze doen al- les voor de club. De betrokken- heid en beleving is zó groot. Dat zie je zelden nog ergens.” Na drie seizoenen SPV 1 ging hij terug naar NOCKralingen in Rotterdam, maar contact met zijn Polsbroekse vrienden hield hij altijd. “Het ene moment wat meer dan het andere. Op feest- avonden was ik er. En bij de uit- slagen keek ik als eerste wat SPV gedaan had.” Hij keerde één seizoen terug als assistent van Rob Kool. “Rob werd echter ontslagen, waardoor ik het seizoen heb afgemaakt.” Na dat seizoen scheidden opnieuw de wegen van Eyra en SPV’81, maar club en trainer vonden elkaar weer twee seizoenen geleden. “SPV wist dat ik met mijn trai- nersdiploma bezig was. De club wilde graag de jeugd op een hoger niveau hebben om zo de doorstroming naar het eerste elftal te bevorderen. Met JO15 Raymond Lingen gaat ‘lekker ruzie maken’ bij SVS Tienen of Partijen. René Eyra voelt grote liefde voor SPV’81 De komst van Lingen naar sport- park Schenkel is ook een over- winning voor trainer Wout Ooms. Hij zat al jaren achter de spits aan. “Hij heeft het inderdaad al eerder geprobeerd, maar steeds kwamhet er niet van. We kennen elkaar van DCV, waar Wout as- sistent-trainer was. We hebben altijd een goede band gehouden. Het is niet zo dat Wout maar één appje per jaar stuurde, hoor.” Hij zat bij Victoria’04, de club waar hij de afgelopen vijf seizoe- nen speelde, op een dood spoor. “Vorig seizoen was het allemaal niet geweldig”, beschrijft hij de situatie bij de Vlaardingse club nog met enige voorzichtigheid. “We speelden vierde klasse en promoveerden ook niet. Ik had niet zo veel zin in nog een jaar. De animo in de groep was niet bijs- ter hoog. Eén keer trainen met zeven man, dat kan een keer gebeuren, maar dat was bijna structureel.” Lingen, die jarenlang in de eerste klasse speelde bij DCV en Excel- sior’20 en de eerste succesvolle voetstappen van de Krimpena- ren in het zaterdagvoetbal mee- maakte (‘we werden fluitend kampioen van de vierde klasse’), dacht er zelfs aan om te stoppen. Dat gevoel had hij al eerder. “In mijn voorlaatste seizoen bij Vic- toria ben ik er tien maanden uit geweest door een knieblessure. Ik vond dat ik het niet kon maken omde club te verlaten, zeker niet toen we degradeerden”, aldus de loyale aanvaller, die afgelopen seizoen in de vierde klasse goed was voor negentien goals. Toen SVS-trainer Wout Ooms lucht kreeg van het voorne- men van Lingen om te stoppen bracht hij de leidinggevende van een milieulab op een andere ge- dachten. “Dat SVS in de tweede klasse speelt is natuurlijk door- slaggevend geweest”, zegt hij. “Dat ik Wout, Wesley Valk en Nick Peeters, met wie ik bij DCV heb gespeeld, ken, is fijn. Daar- naast kunnen mijn andere voor- waarden ook worden ingewilligd. Mijn vrouw was er ook een beet- je klaar mee dat ik direct vanuit mijn werk naar de club ging om te trainen. Nu ik bij SVS speel kan ik voor de training thuis eten. Dat is wel zo prettig, zeker met die kleine op komst.” Hij komt in een team dat hecht en ingespeeld is. “Ik zal mijn plaatsje weer moeten bevechten. Er zijn meer goede aanvallers, ik ben heus niet on- omstreden.” Een ‘goede’ Lingen kan SVS goed gebruiken, want van een tweede jaar in de tweede klasse wordt altijd gezegd dat deze zwaar- der is dan het eerste jaar. “Ze hebben het vorig seizoen heel knap gedaan. Ik hoop natuurlijk een belangrijke bijdrage in het succes te kunnen leveren, maar spelers moeten aan mij wen- nen en ik aan hen.” SVS weet in ieder geval wat voor type spits het heeft binnengehaald, eentje die de persoonlijke duels niet schuwt. “Dat vind ik heerlijk. Het liefst maak ik altijd ruzie met mijn verdediger.” begonnen we vorig seizoen in de vijfde klasse, maar we werden na de winterstop in de vierde klasse ingedeeld. Daar waren de jongens best huiverig voor, maar uiteindelijk misten we het kampioenschap maar net. Met de JO19 waren we een goede middenmoter in de vierde klasse.” SPV’81 is een kleine club met in iedere leef- tijdscategorie vaak maar één team. “Met die beperking moet je als trainer kunnen werken. Van een elftal goede en min- der goede spelers moet je een goed team proberen te maken. Ik vind het een uitdaging om er het maximale eruit te halen. ”Voor dit seizoen heeft hij de JO15 ingeruild voor het da- meselftal, dat hij dus combi- neert met de JO19. “Er zit echt toekomst in”, zegt hij over de Polsbroekse vrouwen, die een selectie van zeventien speel- sters hebben. “We spelen in de vierde klasse, maar willen rich- ting de derde klasse. Ik denk dat er op termijn tweede klas- se inzit”, is hij opvallend opti- mistisch. “Die meiden zitten nu midden in een groeispurt. Ze ontwikkelen zich heel snel.” Het was dan ook logisch dat het viertal werd ge- vraagd of het goed was dat de 28-jarige aan- valler zijn vertier bij de Capelse tweedeklasser zou zoeken. “Ze hebben er inderdaad een stem in gehad”, reageert de in- woner van Papendrecht. “Zeker mijn vrouw. We verwachten ons eerste kindje in februari en dat gaat ons gezin aardig op de kop zetten, tenminste dat is mij verteld.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=