VoetbalJournaal Barendrecht, maart 2019

15 Als winnen het doel is WWW.MOREFOOTBALLS.COM Hij had niet gedacht al zó snel een basisplaats te hebben, maar sinds de derde speelronde van de competitie is Jesse Ringlever (19) niet meer weg te denken uit de favoriete elf van Slikkerveer-trainer André Stafleu. Fred Renes leidt kleurrijk gezelschap bij Slikkerveer Middenvelder Jesse Ringlever heeft nu al sleutelrol bij voetbalvereniging Slikkerveer “De trainer heeft mij vanaf het begin heel veel vertrouwen ge- geven”, reageert Ringlever, die vorig jaar zomer de overstap maakte van de A-jeugd naar de senioren. “Eigenlijk had ik een valse start, want ik kwam vrij laat van zomervakantie terug. Daardoor begon ik met een achterstand. In de derde wedstrijd tegen WCR mocht ik vanaf het begin meedoen. Dat ging goed en sindsdien heb ik steeds in de basis gestaan.” Hij maakte twee seizoenen ge- leden al zijn debuut voor Slik- kerveer 1. Tegen CKC mocht hij van trainer Danny Wijnstekers invallen. “Vorig seizoen heb ik ook een paar wedstrijd mee- gespeeld, maar de situatie was er niet echt naar om te expe- rimenten. Slikkerveer knokte tegen degradatie.” Waar leeftijdsgenoten nog even moeten rijpen in het tweede, maakte Ringlever, die een mbo4-opleiding (manager havenlogistiek) volgt, ogen- schijnlijk moeiteloos de stap naar de hoofdmacht. “Ik speel op een positie waar mijn spel heel goed tot mijn en gemoedelijk. Geen gezeur, geen geschreeuw.” Hij werd al snel trainer van een jeugdteam. “Op de eerste speeldag werd gevraagd wie er wilde helpen met trainen en het was helemaal mooi als die persoon ook nog eens op een aardig niveau had gevoetbald. Ik heb mijn vingertje maar op- gestoken. Als voetballer was ik nooit makkelijk voor een trai- ner, nu was het mijn beurt.” Renes trainde twaalf opeenvol- gende jaren de jeugd van Slik- kerveer. “Ik heb alles gedaan, van de F tot de A. Het was een heerlijke tijd. Ik was dinsdag en donderdag op de club voor trai- ning en op zaterdag coachte ik een team. Ik was er altijd, ook als ik nachtdienst had in de haven. Dan was ik ’s morgens om acht uur thuis, ging ik een uurtje op de bank liggen om vervolgens door te gaan naar het voetbal- veld. Als ik ’s middags terug- kwam, lag ik tot zondagmorgen in coma. En zondag ging ik zelf voetballen. Dat kan alleen als je een vrouw hebt die je dat gunt. Gelukkig heb ik die. Yvonne en ik zijn al 35 jaar samen.” Hij voetbalde lang door, maar vier seizoenen geleden hing Re- nes zelf zijn schoenen aan de Renes (53) mag gerust worden betiteld als de geestelijk vader van wat nu als veteranenteam door de competitie gaat. “Ik voetbalde destijds nog”, zegt hij over het prille begin, ruim zestien jaar geleden. “Het elf- tal bestond in het begin uit al- lemaal jongens van mijn werk, stuk voor stuk graancontro- leurs. Ze kwamen overal van- daan, uit Spijkenisse, Rotter- dam. We zijn begonnen als Slikkerveer 11.” Kort daarvoor was Renes jeugdtrainer geworden van Slikkerveer. “We zochten een club voor mijn zoon die toen de F-leeftijd had”, vertelt hij. “Ik kom zelf oorspronkelijk uit Rotterdam en heb in het eerste elftal gespeeld bij GLZ, Steeds Hooger en Aeolus. Ik kende de clubs in Ridderkerk niet en we zijn ons eerst gaan oriënteren. Bij Bolnes had ik al snel gezien. De coaches en leiders van de F haalden daar jongetjes van ze- ven jaar naar de kant omdat ze in hun ogen de taken niet uit- voerden. Dat vind ik niks. Op die leeftijd gaat het om plezier en niets meer.” “Bij Slikkerveer voelde het me- teen goed. De sfeer was relaxed wilgen. “Mijn knie”, zegt hij met een vies gezicht. “Die was op. Als ik zondag had ge- voetbald, kon ik maandag, dins- dag, woensdag en donderdag amper lopen. Op vrijdag ging het wel weer. Op een gegeven mo- ment dacht ik: je bent gek ook. Toen ben ik gestopt.” Hij doorliep dezelfde weg als oud-ploeggenoten. Hij werd leider. “We hebben er vijf. Eentje voor de ballen, eentje voor de thee, druk dat we zijn, haha.” Maar er is volgens hem maar één ‘opper’-leider. “Ik maak de opstelling. Discussies? Die voer ik niet. Of we nu met dertien of zestien man zijn, iedereen speelt. De één wat korter dan de ander, maar iedereen komt in actie.” En de Ridderkerkse veteranen blijken een aardig balletje te kunnen trappen. “We hebben vorig jaar zelfs de bekerfinale van de regio gehaald. Heel lang was ons voetbal niet serieus. Als we voorlaatste werden in de competitie was het seizoen voor ons geslaagd. Gaandeweg hebben we wat versterking gehad van leuke voetballers en nu zijn we een serieuze kampioenskandidaat.” Sterker, met een voorsprong van acht punten op achtervol- ger Sportclub Feyenoord moet het raar lopen wil Slikkerveer geen kampioen worden. Re- nes: “Vind je het heel erg dat ik nog een flinke slag om de arm houdt?” Of Slikkerveer nou kampioen wordt of niet, de stemming zal niet veranderen. Die is volgens Renes altijd goed. “Na een wedstrijd zitten we vaak uren- lang in de kleedkamer. Pilsje erbij, bitterballen. En maar lullen. Het leuke is dat we van alles wat hebben: een sloper, een bankdirecteur en een ma- nager van een snoepbedrijf. Op zondag zijn we allemaal één. Mooi, hé!” recht komt”, zegt hij. “Dat scheelt wel. Ik ben één van de twee controlerende midden- velders. Damien Jansen is de ander. Hij is ervaren en aan- voerder. Aan hem heb ik veel steun.” “De trainer geeft veel tips. Over hoe ik mezelf moet aan- bieden en hoe ik moet staan bij balverlies. We hebben als controlerende middenvelders onze taken, maar krijgen ook de vrijheid om naar voren te gaan. Maar altijd wel gedo- seerd, eentje van ons moet de restverdediging in de gaten houden.” Ringlever vindt zelfzelf meer voetballer dan ‘breker’. “Ik ben geen typische stofzuiger, die de bal verovert en weer inle- vert. Ik ben technisch goed on- derlegd. Op de positie waar ik nu spel kan ik het spel bepalen. Dat vind ik heerlijk.” Het doel van Slikkerveer is om terug te keren naar de tweede klasse. “We zijn net weer begon- nen aan het tweede deel van de competitie. We maken een goede kans, maar er zijn meer kapers op de kust zoals DONK, FC IJsselmon- de en HOV/DJSCR.” Als hem wordt gevraagd het veteranenelftal van Slikkerveer in één woord te vangen, dan heeft Fred Renes zijn antwoord meteen paraat: ‘Kameraadschap’. “Het voetballen is eigenlijk bijzaak. Het is dollen, gedold worden, slap ouwehoeren en veel onzin verkondigen. Maar het is oh zo gezellig. Op maandag kijk ik al uit naar zondag.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=