VoetbalJournaal Barendrecht, maart 2019

11 Als winnen het doel is WWW.MOREFOOTBALLS.COM “Ik vermaak me wel”, reageert TomWesterink als zijn vele functies in de voetballerij aan bod komen. Bij RVVH leidt hij niet alleen het jongste talent van de vermaarde Voetbalschool op, hij is met Willem Grootenboer ook verantwoordelijk voor de samenstelling van de vrouwenselectie van de club. “Wat ik doe is zó veelzijdig.” Over zijn rol als trainer van het derde elftal van RVVH is Marlo Bruma duidelijk: hij moet de talenten wegwijs maken in het seniorenvoetbal. “Het doel is om ze klaar te stomen voor het eerste of tweede elftal.” TomWesterink is altijd op zoek naar talent Marlo Bruma is nu ‘kleine maarschalk’ langs de lijn Westerink (63) is een echte duizend- poot, want naast zijn werkzaamhe- den voor RVVH zet hij zich in voor de KNVB (als teammanager bij jeugdelftallen), vrouwenzaal-ere- divisionist Pernis en eerstedivisie- club NEC. Bij de Nijmeegse club is hij sinds twee jaar scout voor de JO17 en JO19 in het westen van het land. “Ik hou eigenlijk ook de onder vijf- tien in de gaten. Dat zit eigenlijk niet in mijn portefeuille, maar in de regio rond Nijmegen zit in die leeftijds- klasse net even wat minder talent.” Het is niet zo dat spelers massaal naar Nijmegen vertrekken. “Een speler uit het westen halen is voor NEC een dure business. Ermoet van alles geregeld worden, zoals huis- vesting. NEC hanteert het principe dat een speler van ver een stuk be- ter moet zijn dan een speler uit de regio Oost. Is ie dat niet, dan doet de club het niet.” Scouten zit Westerink in het bloed. Vandaar dat hij vorig sei- zoen ja zei tegen RVVH om tech- nisch coördinator van de succes- volle vrouwentak te worden. In die functie struint de inwoner van ’s-Gravendeel de velden in de re- gio af, speurend naar ongepolijste diamanten. “De concurrentie in deze regio is moordend”, stelt hij. “Feyenoord is een meisjestak be- gonnen in de hoop ooit Eredivisie zoals dat ook geldt voor het der- de elftal”, zegt Bruma. “Tot twee seizoenen geleden was het derde een vriendenelftal. Nu vormen we met het tweede elftal de B-se- lectie. Het is een opleidingselftal geworden, een plek waar spelers die uit de A komen leren het se- niorenvoetbal onder de knie te krijgen. Daarmee heeft de club gezorgd voor een mooie route naar het eerste elftal. De stap van jeugd naar senioren is altijd groot en in het derde elftal kunnen jon- ge spelers rijpen. Rick Resoort is daar een mooi voorbeeld van. Ook hij is begonnen in het derde en heeft nu een vaste plek in het eerste.” Het houdt wel in dat Bruma aan het begin van ieder jaar veel nieu- we gezichten verwelkomd. “Ik zie dat echt als een uitdaging om met die nieuwe jongens aan de slag gaat. Afgelopen seizoen zijn er van de A negen spelers door- gestroomd, daarnaast zijn er drie jongens van buitenaf gekomen. Voor een club als RVVH is het be- langrijk om zuinig met eigen spe- lers om te gaan. Uiteindelijk zijn zij ook de toekomst voor je kader later.” Zelf werd Bruma als trainer ‘groot’ in de jeugdtak. “Ik ben op heel jon- ge leeftijd al begonnen met trai- ning geven. RVVH heeft me altijd te gaan spelen, Excelsior is actief en ook ADO Den Haag is niet heel ver weg.” Onder die concurrentiedruk moet RVVH ook nieuwe speelsters naar de Ridderkerkse Sportlaan lokken. “We hebben een goede naam, dat helpt natuurlijk”, zegt Westerink. “Met RVVH spelen we al jaren in de top van het amateurvoetbal. Het eerste speelt in de Topklasse, het tweede in de eerste klasse. We hebben een goed niveau te bieden.” Vorig seizoen moesten Westerink en Grootenboer hard aan de slag. Door een uittocht van speelsters was een blik nieuwe speelsters ver- eist. “Er zijn achttien nieuwe speel- sters gekomen”, vertelt Westerink. de kans gegeven om me als trai- ner te ontwikkelen. Ik heb vier jaar bij de JO15 rondgelopen, totdat de voorzitter mij vroeg voor deze klus.” Bruma, die werkzaam is als zor- gondersteuner in de psychiatrie, stopte al op 19-jarige leeftijd met voetbal. “Ik had drie keer mijn en- kelbanden van mijn linkervoet af- gescheurd. Ik was het terugkomen van blessures zat.” Een ‘mooi excuus’, omdat zijn in- teresse al meer uit ging naar het trainersvak. “Ik heb de CIOS ge- daan en daar ook mijn TC3-diplo- ma gehaald.” Er schuilde altijd al een trainer in hem. “Bij de jeugd was ik de hele wedstrijd bezig om aanwijzingen te geven en medespelers aan te sturen. Ik was een verlengstuk van de trainer in het veld. Een kleine maarschalk.” Zijn ambities reiken in de toe- komst verder dan RVVH 3. “Maar ik ben pas 25, ik zit nog midden in het leerproces als trainer.” Zijn energie gaat nu op aan het beter maken van zijn jonge spelers in het derde. “We hebben nog kans om te promoveren naar de reser- ve tweede klasse. Een onderdeel van opleiden is ook het halen van resultaat.” Volgens Bruma waant de geest van voormalig trainer Giovanni Franken nog altijd rond aan de Sportlaan. “De voetbalvisie die we als RVVH nu hanteren is ge- baseerd op het spelidee van Gio. Hij had een duidelijk beeld van de manier waarop we moesten voet- ballen en heeft dat ook jarenlang overgebracht op spelers en club. Bij het opleiden van jonge spelers, en daar is het tweede en derde elftal specifiek voor, staat die visie centraal.” Hij trainde zelf onder Franken. “Weliswaar maar één seizoen, maar genoeg om ervan overtuigd te raken dat die visie de juiste is voor RVVH. Daarvoor had het spel niet echt een brandmerk. We hadden verschillende trainers. Die hadden allemaal hun gedachten, maar één lijn was het niet.” De breed gedragen visie komt RVVH goed van pas om de doelen te verwezenlijken. Een paar jaar geleden besloot de club de koers nog meer te verleggen naar de doorstroming van de eigen jeugd. Een goede zaak, aldus Bruma, die het ook toejuicht dat voorzitter Mario Papavoi- ne veel spelers terughaalt die hun roots bij RVVH hebben liggen. “Daar zit een duidelijk plan achter, “We hebben geen jeugdelftallen en daardoor moeten opengevallen plaatsen van buitenaf worden op- gevuld. De ideale situatie zou zijn dat we een MO15 en MO17 zouden hebben. Dan zouden we ook eerder met opleiden kunnen beginnen. De club denkt er over na, maar voorals- nog is die wens lastig te realiseren vanwege ruimtegebrek.” Zolang er geen doorstromende jeugd is, is Westerink verplicht om de re- gio af te speuren naar talent. “We scouten op alle niveau’s. Een mooi voorbeeld is Vivianne Verheijen. Die hebben we opgepikt bij vierdeklas- ser Oranje Wit. Zij speelt nu in de basis bij het eerste.” Al een paar jaar bekommert hij zich over de spelertjes en speelstertjes van de Voetbalschool, de kraamka- mer van RVVH. “Daar vallen alle kinderen van vier tot met zeven, acht jaar onder. Ik stel de trainin- gen samen en verzorgmet vaders de training. Plezier is belangrijk en daarnaast proberen we spelen- derwijs de kinderen de beginselen vanhetvoetbalbijtebrengen.”“Op zaterdagmorgen hebben we een onderlinge competitie, de Champi- ons League. De kinderen spelen in shirts van Barcelona, Real Madrid, Chelsea en Paris Saint Germain. Iedere zaterdag spelen ze een wedstrijdje van twee keer twintig minuten. Voordat we beginnen draaien we vooraf de hymne van de Champions League.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=