VoetbalJournaal Barendrecht, november 2018

Als winnen het doel is WWW.MOREFOOTBALLS.COM Puur. Voetbal. Tienen of Partijen. 5 Walter Hazelebach wil de Smitshoek-huisstijl borgen Aan het einde van het gesprek zegt Hazelebach dat alles wat hij in wer- king zet, doet vanuit het oogpunt van continuïteit. “We zijn vorig seizoen begonnen met een elftal voor onder 23 en onder 21 jaar. Heel simpel zou je kunnen zeg- gen: zet er een trainer op en je no- digt wat tegenstanders uit. Maar ik vind dat er een idee achter moet zitten, een organisatie. Het is een platform voor talenten om zich verder te ontwikkelen, maar ook voor trainers. Die groep wordt Tot een gezamenlijke, breed gedragen, visie komen en dan ook eens in de praktijk ‘uitrollen’; Walter Hazelebach, die bezig is aan zijn vijfde seizoen als hoofd jeugd opleiding bij Smitshoek, weet dat daar veel tijd en zweetdruppels in gaan zitten. “Veel praten en goede communicatie is onontbeerlijk, hoe goed je plan ook is.” Hij had zich voorgenomen met een drukke baan als salesmanager van een bedrijf in persoonlijke beschermingsmiddelen en wedstrijdanalist/scout van Eredivisionist Excelsior om niets meer te doen. Maar na meerdere smeekbedes van Smitshoek, de club van zijn zoontje, werd Brian Stolk toch coördinator van de onderbouw. vaak vergeten. Als je een geza- menlijke visie hebt is het het bes- te om trainers zelf op te leiden. Als een team zich verder ontwikkelt en de trainer zit aan zijn plafond dan ga je ervoor zorgen dat hij nog meer voetbalkennis- en knowhow krijgt aangedragen.” In de ruim vier seizoenen dat de in Rhoon woonachtige Hazele- bach hoofd jeugd opleidingen bij Smitshoek is, heeft hij geleerd dat veranderingen en verbeteringen aanbrengen tijd kosten. “In het begin dacht ik ook: dat jassen we er wel doorheen. De praktijk werkt anders. Als je een onderwerp beet pakt, duurt het een seizoen voor- dat het project echt goed van de grond is.” Hazelebach kwam zelf al uit de Smitshoek-school – hij was trainer vandeA2 – toenhij de rechterhand werd van toenmalig hoofd jeugd opleidingen Peter Meijboom. “Eén van de eerste dingen die ik heb gedaan is een jeugdplan op maat uitgeschreven. Een plan waarin de huisstijl van Smitshoek wordt ge- borgd. Met verzorgd voetbal van achteruit, maar ook gedetailleerd per situatie. Een aanvaller die al- tijd met de bal meebeweegt, een ‘zes’ die bijsluit. De basis is 4-3-3, maar het ene 4-3-3 is het andere 4-3-3 niet. Punt naar achteren, punt naar voren. Daarin hebben trainers ook vrijheid.” “Als je wil dat de uitgangspunten van zo’n plan in het veld terugko- men, dan moet je veel praten met elkaar. Veel overleggen met trai- ners. Dat doen we ook vaak. Piz- za-sessies noem ik ze. Pizza’s op tafel en maar praten over voetbal. ‘Individuele ontwikkeling staat in onderbouw voorop’ “Ik heb dertien keer nee gezegd,” lacht de oud-speler van onder meer Wield- recht, Heerjansdam, Zwart-Wit’28 en Xerxes. “Maar Smitshoek bleef volhouden, totdat ik uiteindelijk wel ‘ja’ zei. Het voetbalbloed kruipt waar het niet gaan kan.” Andere clubs hengelden ook naar de diensten van de 49-jarige Ba- rendrechter, maar die waren kans- loos. “Toen mijn zoontje is gaan voetballen heb ik geprobeerd om alleen toeschouwer en enthousi- aste ouder te zijn. Dat is mij pre- cies drie weken gelukt. Toen stond ik weer als trainer op het veld.” Vorig seizoen werd hij, als coör- dinator van de onderbouw, de rechterhand van hoofd jeugd op- leidingen van Walter Hazelebach. “Ik had die ambitie helemaal niet, maar als ik op deze manier mijn bijdrage kan leveren aan de ont- wikkeling van de opleiding vind ik dat wel mooi.” Hij ziet dat Smitshoek stappen heeft gezet de laatste jaren. “We spelen met onze hoogste selec- tieteams op het hoogste niveau, de hoofdklasse, en slaan daar geen flater. In de onderbouw komt het resultaat op de tweede plek, primair gaat het om de individu- ele ontwikkeling van spelers. Dat betekent dat je af en toe, in be- lang van het individu, een speler vervroegd laat doorstromen naar een hogere leeftijdscategorie, ter- wijl je weet dat dat ten koste gaat van de kracht van het team dat hij verlaat. Het betekent ook dat je niet voor de acht grootste jongens kiest voor bijvoorbeeld de JO11-1, maar ook het aspect van fysieke groei mee laat wegen bij de selec- tie van spelers.” Niet alleen de ontwikkeling van spelers vindt Stolk (48) belangrijk, ook het ontwikkelen en opleiden van trainers heeft prioriteit. “Ons streven is om bij de eerste teams geen vaders meer als trainer aan de kant te hebben staan. Als je dat wil moet je zelf het goede voor- beeld geven. Ik heb zelf nu nog de JO10-1 van mijn zoontje onder mijn hoede, maar ben een jonge trainer, Lucas Kok - die zelf nor- maliter speelt in de JO19, maar nu geblesseerd is - , aan het opleiden. Hij doet het heel goed, waardoor ik steeds meer afstand kan nemen.” Stolk, die onder Jack van den Berg vier seizoenen assis- tent-trainer was van Barend- recht, heeft zich ook bezig ge- houden met een goede interne scouting. “Ik ben technisch ver- antwoordelijk voor de gehele onderbouw. De coördinatoren zijn er voor het faciliterende deel, de organisatie zeg maar. Mijn meeste aandacht gaat uit naar de selectie, maar ik vind het ook belangrijk om de teams daaron- der in de gaten te houden. Er zit regelmatig een talentje tussen die doorgeschoven kan worden naar de selectie. Daar is een goede interne scouting voor nodig. Alfonso Francini is nu bezig om dat goed op te zetten. We hebben veel paar ogen nodig, want we hebben veel teams. We werken al met een spelersvolg- systeem en trainers maken eens in de zoveel maanden evaluaties. Trainingen kun je volgens een patroon laten verlopen, maar dat geldt niet voor wedstrijden. Je kan wel situaties nabootsen.” “Het belangrijkste is dat één ge- dachte de gedachte wordt van alle trainers. Mijn rol is die van cul- tuurbewaker. Het moet geen Wal- ter Hazelebach-show worden, het moet iets zijn van ons allemaal.” Het liefste leidt hij eigen jeugd- trainers op. “Ik ben absoluut niet tegen trainers van buitenaf – ze zorgen voor frisse kijk – maar ei- gen clubtrainers zijn opgegroeid met een Smitshoek-visie.” Klaar met zijn werk is Hazelebach nog lang niet. “We zijn begonnen met de bovenbouw en zijn nu be- zig met een plan voor de onder- bouw. Brian Stolk werkt daar hard aan. Ook daar moet een rode lijn in de opleiding komen. Je hebt na- tuurlijk te maken met heel andere spelvormen, zoals zes tegen zes en acht tegen acht. De centrale vraag die we ons telkens moeten stellen is hoe krijgen we de spe- lertjes op een zo’n hoog mogelijk niveau bij de JO13.” Die informatie krijg ik allemaal via de computer.” Scouten voor Excelsior doet hij al zes seizoenen. “Ik ben ooit begonnen toen Leon Vlemmings er trainer werd. Er was helemaal niks. Inmiddels zijn we met zijn tweeën – Bart Latuheru en ik – en daarnaast hebben we nog twee videoscouts die alleen maar beelden bekijken. Fysiek zie ik één wedstrijd per week, vrijwel altijd in de eerste divisie. Er gaat veel via beeld. In mijn vrije uurtjes kruip ik achter mijn laptop. Dat kan op zondagmor- gen of op dinsdagavond laat. Als een speler door Bart en mij goed bevonden is, dragen wij hem bij algemeen directeur Ferry de Haan voor.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=