VoetbalJournaal Barendrecht, november 2018
13 Puur. Voetbal. Als winnen het doel is WWW.MOREFOOTBALLS.COM Puur. Voetbal. Mario Papavoine (60) begint deze maand aan zijn laatste termijn als voorzitter van RVVH. Als hij over precies een jaar afzwaait, is hij bijna veertien jaar lang voorzitter geweest van de Ridderkerkse Voetbal Vereniging Hercules. “Ik ben geen voorzitter vanaf de zijlijn, ik vind dat ik het goede voorbeeld moet geven en de handen uit mijn mouwen moet steken.” Mario Papavoine , een voorzitter die ook de scheidsrechterstenues wast geld overgemaakt. Vanaf dat moment wisten ze me natuurlijk te vinden.” INTERIM VOORZITTER “Ik heb eerst in de sponsor- commissie gezeten en toen de voorzitter vertrok en er geen opvolger was, heb ik tijdelijk de functie waargenomen. Na an- derhalf jaar was er nog steeds niemand te vinden. Blijkbaar vonden de leden dat het wel goed ging en vroegen ze me of ik het niet definitief wilde gaan doen. Het is nooit mijn bedoeling geweest om voorzitter te wor- den, het is me echt overkomen. Ik heb het gedaan in het belang van de club.” GEEN STROPDAS “Ik ben geen alledaagse voor- zitter. Dat heb ik ook meteen bij RVVH gezegd: als je van mij ver- wacht dat ik in een net pak in de bestuurskamer ga zitten, dan heb je in mij de verkeerde. Voor de wedstrijd loop ik wel eens door de bestuurskamer, maar ga nooit aan tafel zitten. En ik draag geen stropdas. Ik meng me liever met de mensen in de kantine.” “Ik heb ook altijd de handen uit de mouwen gestoken als er iets moest gebeuren. Ik vind dat je als voorzitter het goede voor- beeld moet geven. Ik spring re- gelmatig bij als er achter de bar een noodzaak ontstaat.” RVVH 1 “De promotie van het eerste elf- tal naar de Topklasse in 2015 was natuurlijk een geweldig succes, maar RVVH op dat niveau was en is niet reëel. Ik heb vanaf het begin gezegd: geniet er van. Dat hebben we gedaan. We hebben hier de grote clubs van het ama- teurvoetbal – IJsselmeervogels, Spakenburg – mogen ontvangen.” “Dat we vorig seizoen gedegra- deerd zijn uit de hoofdklasse schrijf ik echt toe aan pech. We hadden voor het seizoen op pa- pier een aardige voorhoede met onder anderen Alex Rekondie, Joey Klein en Josiemar van der Werp, maar we hebben door blessures nooit in de sterkste samenstelling kunnen spelen.” “Voor mij is het geen must dat we in de hoofdklasse spelen. Ik laat mijn persoonlijk geluk niet afhangen van een goed of slecht resultaat van het eerste. Boos ben ik alleen als ik zie dat die jon- gens geen inzet hebben en dat gebeurt zelden of nooit. RVVH is veel meer dan RVVH 1. Daarom zijn we ook nooit meegegaan in de wedloop van het grote geld. Dat we naar de Topklasse zijn gepromoveerd is vooral een verdienste van toenmalig trai- ner Giovanni Francken.” GEEN HUILIE HUIL “Gio is een trainer die spelers be- ter maakt. In die periode was er beeld dat wij voor veel geld spe- lers konden binden. De waarheid was dat die jongens graag met Gio wilde werken. Ik heb hem heel hoog zitten, omdat het een karakterjongen is, die ook niet begon te klagen toen er minder spelersbudget kwam. Hij heeft nooit huilie-huil gedaan in de pers, intern of naar buiten.” “We hebben gekozen voor een beleid met veel eigen RVVH-jon- gens. We willen een voor het publiek herkenbaar elftal. De in- Als hij iets doet, doet hij dat met zijn hele ziel en za- ligheid. Iederemor- gen is Mario Papavoine, voordat hij naar het kantoor van zijn bedrijf gaat, op de club. “Dan spreek ik de zaken door met Remon.” Remon is Remon Luksch, die, in dienst van de Ridderkerker, voor drie dagen werkzaam is als clubmanager van RVVH. Samen houden ze de club draaiende. “De KNVB heeft er nog wel eens een handje van om een mailtje op vrijdagmorgen te sturen omdat ze geen scheidsrechter hebben voor een A-categorie-wedstrijd. Ze houden er geen rekening mee dat een amateurclub op vrijwilli- gers leunt en dus ook op vrijdag overdag. Vroeger werd daardoor pas op vrijdagavond actie onder- nomen, nu gaat Remon gelijk aan de gang om het regelen.” LMO “Ik ben zelf begonnen bij LMO, in Rotterdam-Zuid. Je kon in die tijd niet eerder lid worden dan bij de D-tjes. Twaalf jaar moest je zijn. Ik heb er alle jeugdelftallen doorlo- pen. Ik heb in het tweede en het eerste gespeeld. Dat was een tijd dat je nog geen ego’s had en wegliep bij je club als je door de trainer niet in het eerste, maar in het tweede was opgesteld. Ik vond het nooit erg om in het tweede te spelen. Ook dat was een gezellig team. Er was één groot voordeel: je kon eerder aan het bier.” komsten uit sponsoring zijn naar beneden gegaan, ook in vergelij- king met de ‘crisistijd’.” “Dan even als metafoor; In tijden van grote schaarste raken men- sen gewend aan honger lijden. Heb je na die periode geld voor acht boterhammen, dan eet je er vier op en leg je er vier in de broodtrommel terug. Die vier boterhammen worden dan niet aan de buren gegeven die nog steeds honger hebben.” SLACHTOFFER “Mensen op de club zeggen wel eens dat ik slachtoffer van mijn eigen succes ben geworden. Zo zie ik dat helemaal niet. Ik ben nu eenmaal een altruïstisch per- soon, ik doe graag dingen voor anderen. Bij RVVH ben ik voor ie- dereen aanspreekbaar en bena- derbaar. De JO9-4 is mij evenveel waard als RVVH 1. Als je een club als RVVH draaiende wil houden, met alles erop en eraan – van damesafdeling tot de voetbal- school - , heb je veel energie no- dig. Gelukkig hebben we bij RVVH voldoende vrijwilligers, maar ik zie wel dat het steeds lastiger wordt. Ik maak me echt zorgen over de huidige ontwikkeling binnen nu en tien jaar.” NIEUWBESTUUR “Er heeft zich een kandidaat ge- meld die mij kan en wil opvolgen. Dat geldt ook voor een penning- meester. De secretaris heb ik op het oog. Het is tijd voor nieuwe mensen die hopelijk commissies kunnen gaan vormen. Wat mijn rol straks zal zijn, laat ik afhan- gen van het nieuwe bestuur. Ik ben niet van plan ze voor de voe- ten lopen.” “Toen ik 26 was, ben ik voor een buitenlandse rederij in Cyprus gaan werken. Ik heb drie jaar in Limassol gewoond. Ik werkte zeven dagen in de week. Toen in Nederland terugkwam ben ik in het bedrijf van mijn vader, stuwadoors- en controlebedrijf Van Pelt en Schreijer in de Rot- terdamse haven, gaan werken. Ik moest vaak inspringen voor mijn vader. Ik ben nog wel een keer gaan kijken naar het zaal- voetballen bij LMO, maar ik was inmiddels tweede man achter mijn vader in het bedrijf en ik vond het risico te groot dat ik een zware blessure zou krijgen. Ik had wel de verantwoordelijk- heid voor zoveel man perso- neel.” “We zijn wel sponsor ge- worden van de LMO. Dat zijn we nu nog steeds, de laatste acht jaar zijn we officieel hoofdspon- sor. We zijn ook al jaren hoofd- sponsor van RVVH.” PUPIL VAN DE WEEK “Mijn twee zoontjes, die inmid- dels de volwassen leeftijd heb- ben, wilden graag op voetbal en aangezien we in Ridderkerk wonen, viel de keuze op RVVH. Ik ben trainer geworden van hun team. Op een gegeven moment waren ze bij het eerste elftal Pupil van de Week. Ik zat in de bestuurskamer en daar ver- telde de secretaris dat de club bij een landelijke loterij, ik ge- loof dat dat de Postcodeloterij was, net te weinig loten had verkocht, waardoor ze een bonusbedrag miste. Ik heb ze gevraagd om op een bierviltje het rekening- nummer van de club op te schrijven. Een paar dagen later heb ik het
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=